Welke pogingen zijn er al ondernomen om de oorlog te stoppen en waarom zijn ze op niets uitgedraaid?

President Belisario Betancur (1982-1986)

Protest in Colombia werd met veel geweld onderdrukt, maar president Belisario Betancur (1982-1986) besloot om over te gaan op vredesgesprekken. Hij slaagde erin om een verdrag te sluiten met de FARC, de ELN en de kleine groepering M-19. Het verdrag hield niet lang stand, want in 1986 ontstond de Union Patriótica (UP), een politieke partij van de FARC. Op legale wijze probeerden zij aan de macht te komen. Veel UP militanten werden vermoord. De groep hield het niet lang vol en het conflict begon opnieuw. Daardoor verbrak de M-19 na slechts tien maanden het akkoord en besloot de Colombiaanse regering in 1987 het akkoord af te blazen, omdat niemand zich er toch aan hield.

President Virgilio Barco (1986-1990)

President Virgilio Barco hervatte de vredesgesprekken, maar legde nu de nadruk op sociale re-integratie en ontwapening. (Sociale re-intergratie is bedoeld om mensen te helpen die er o.a. niet zelf in slagen een baan te vinden. Het is gericht op het integreren van voormalige of huidige problematische drugsgebruikers in de samenleving. Het berust op drie dingen: 1. Huisvesting 2. Opleiding en 3. Werk). Barco had in 1989 succes met de ontmanteling van de M-19, maar de relatie met de FARC en de ELN daarin tegen verslechterde en de paramilitairen had de steun van de overheid verloren. De FARC en de ELN hielden zich in de jaren negentig voornamelijk bezig met het ontvoeren van rijke, machtige en belangrijke personen, die ze gebruikten om hun strijd mee financieren.

César Gaviria (1990-1994)

Ook César Gaviria (1990-1994) zorgde voor de ontwapening van enkele kleinere organisaties. De onderhandelingen met de FARC en de ELN leverde weer niets op. Daarnaast aanvaardde de overheid de guerrillagroeperingen niet langer als legitieme tegenpartij.

President Ernesto Samper (1994-1998)

President Ernesto Samper maakte afspraken over het respecteren van de internationale humanitaire normen. (Internationale humanitaire, ook bekend als Recht bij gewapende conflicten of Oorlogsrecht – is erop gericht personen die niet of niet langer rechtstreeks deelnemen aan de vijandelijkheden, te beschermen en is erop gericht de middelen en methoden van oorlogvoering te beperken.) De FARC eiste in ruil een gebied vol militairen om de onderhandelingen voort te zetten. Maar ook deze onderhandelingen waren niet succesvol. Nadat bleek dat de financien van de verkiezingscampagne van Samper werden geregeld door het drugskartel in Cali, aanvaarde de FARC de overheid niet langer als legitieme gesprekspartner.

Door deze nieuwe mislukte onderhandelingpogingen kregen de guerrillagroeperingen steeds meer macht. Vooral de FARC had daar profeit van en zijn sinds dat moment veel bezig met aanslagen, het ontvoeren van belangrijke politici en zware gevechten met het leger.

President Andres Pastrana (1998-2002)

President Pastrana wees Victor G. Ricardo, de secretaris-generaal van het Palacio de Nariño (het regeringsgebouw van de president van Colombia), aan als onderhandelaar. Ricardo moest zorgen voor een vertrouwensrelatie tussen de guerrillagroeperingen en de overheid. Want na vele jaren met vele vredesgesprekken was het er niet beter uit gaan zien voor de Colmbiaanse regering. Het leger kon niet op tegen de guerrillagroeperingen, die steeds meer macht hadden gekregen. Dus daarom moest er een vertrouwensrelatie komen tussen de overheid en de guerrillagroeperingen. De FARC wilde dat ze gezien werden als een soort politieke partij en dat hun protesten toegestaan werden. Verder wilde ze dat de paramilitairen werden opgeheven en dat de militaire troepen zich uit vijf provincies zouden terugtrekken. De Colombiaanse regering ging akkoord met deze eisen. Ricaro slaagde er door deze toegevingen in om het vertrouwen van de guerrillagroeperingen te winnen. Dit alles leidde alsnog niet tot een succesvol vredesproces. Hoewel volgens de afspraak de veiligheidstroepen en het leger de gedemilitariseerde zones verlieten, werden ook rechters, onderzoekers en aanklagers door de guerrillagroeperingen gedwongen deze zones te verlaten. Daardoor werd de straffeloosheid in deze gebieden hoger.

Plan Colombia (2000)

In 2000 kwam een plan genaamd “Plan Colombia”. Het doel van dit plan was om de economische, sociale, politieke en militaire problemen op te lossen. Het werd belangrijk dat het een vredesstrategie werd waarin een vredesakkoord met de guerrillagroeperingen kwam en het versterken van de politie en het leger. Het plan liep alleen niet zoals ze zich hadden voorgesteld. De steun van de Verenigde Staten, die een groot deel van het programma gefinancierd en gecreëerd hadden, zorgde ervoor dat de onderhandelingen niet vooruit kwamen en geen vooruitgang boekte.

Juan Manuel Santos (2010-….)

In augustus 2010 kwam nieuwe president: Juan Manuel Santos. In de tijd dat hij president was, werden de banden met de buurlanden erg verbeterd. Daardoor gingen Colombia en Venezuela beter samenwerken om de drugshandel te onderdrukken. Zij delen nu meer informatie en zijn ze bezig om de grenzen beter te bewaken door middel van projecten.

 

Bronnen:

http://www.ethesis.net/colombia/colombia.htm

http://www.conflictenteller.nl

http://ar2005.emcdda.europa.eu/nl/page078-nl.html

http://europa.eu/legislation_summaries/humanitarian_aid/l33605_nl.htm


http://nos.nl/video/247574-compensatie-voor-slachtoffers-burgeroorlog-colombia.html


'Compensatie voor slachtoffers burgeroorlog Colombia'